
Kleine rietganzen die broeden op Spitsbergen, overwinteren
in Nederland, België en Denemarken. Tot voor kort pleisterden nog tienduizenden
van deze juweeltjes in een klein gebied in Zuidwest Friesland. In november en
december trekken ze verder naar België. De winterpopulatie in Zuidwest
Friesland is sterk afgenomen, omdat er steeds meer kleine rietganzen in Denemarken
overwinteren.
Dagelijkse tellingen leveren vaak veel informatie op over de
wintergasten die maar kort pleisteren in een gebied, zoals de kleine rietgans in
het Fochteloërveen. Het is een schaarse wintergast, met 0-122 exemplaren maximaal
per maand in 1992-2016. In de periode 2012-2016 is er een groeispurt in
november, december en maart. In november en december 2017 worden alle records gebroken
en is er een vrij constante aanvoer van kleine rietganzen uit Denemarken. Er zijn
16 ganzen met een halsband afgelezen in 2 maanden tijd, tegen 5 in de afgelopen
25 jaar!
Historie 1992-2016
Kleine rietganzen op de pleisterplaats Fochteloërveen,
zitten op akkers met maïsstoppel in halfopen landschap en in mindere mate op
oogstresten van aardappelen, bieten, graan en op grasland. Op de pleisterplaats
is al decennia sprake van een geringe toename. Lange telreeksen zijn dan ook nu
weer goud waard. In 1992-2001 worden er maximaal 14 kleine rietganzen geteld,
tussen 2002-2010 loopt dat op tot 65. In 2011 zijn er in januari maximaal 114
en in februari 122 geteld (Feenstra & Kuipers, 2012). In 2012-2016 is er
een flinke toename met in november maximaal 100, in december 78 en in maart 70.
In
figuur 1 staat het maximaal aantal dat per maand dat is waargenomen in de jaren 1992-2016.
De aantallen in het winterseizoen 2017 liggen een heel stuk hoger.
 Figuur 1. Maximum aantal kleine rietganzen in 1992-2016 op de pleisterplaats Fochteloërveen
Gemengde groep van
voornamelijk kleine rietganzen op 1 november 2017 in Fochteloo
Van Zuidwest naar
Zuidoost Friesland?
Tot voor kort vlogen er tienduizenden kleine rietganzen naar
Zuidwest Friesland. Het aantal is daar de laatste jaren sterk afgenomen tot
duizenden. Geschikt foerageergebied houdt de ganzen in Denemarken, maar
mogelijk heeft de verstoring in ZW Friesland de afname wel versneld.
Tijdens wekelijkse tellingen van de
kleine rietgans in ZW Friesland in 2007/08 in opdracht van de Grontmij, was er
veel verstoring door jacht en schoten op de slaapplaats, verjagen met honden en
zelfs met kleine helikopters laag over de foerageerplaats (Feenstra 2008).
Kleine rietganzen passen de trekstrategie aan als gevolg van
klimaatverandering, andere voedselkeuze en verstoringen. Kleine rietganzen op
de pleisterplaats Fochteloërveen zaten afgelopen decennium vooral op oogstresten
van maïs, maar ook aardappel, biet, graan en gras. Twintig jaar terug zaten ze
vrijwel uitsluitend op grasland.
In 2012-2016 is er een groeispurt op de pleisterplaats
Fochteloërveen. In november en december 2017 komen groepen van honderden kleine
rietganzen naar ZO Friesland en Drenthe. Bijna onopgemerkt verplaatst een deel
van de kleine rietganzen zich naar ZO Friesland om te overwinteren. In november
2017 zijn er maximaal 206 geteld en in december 491. Dit is een aanzienlijk
deel van het aantal overwinteraars dat in december in Nederland verblijft.
Groepen van tientallen tot honderden kleine rietganzen zijn gezien in een groot
gebied tussen Assen, Norg, Een-West, Bakkeveen, Oosterwolde, Appelscha en
Smilde.
De ganzen slapen in het Fochteloërveen en waarschijnlijk ook
op enkele zandgaten en de Duurswouderheide. Een deel hiervan ligt buiten de
invloedssfeer van de pleisterplaats Fochteloërveen. Verstoring is vaak de reden
dat er uitwisseling is tussen de verschillende pleisterplaatsen. Alleen door
geregeld rondes te doen krijg je soorten, aantallen en verstoringen goed in
beeld.
Kleine rietganzen op
de pleisterplaats Fochteloërveen in november en december 2017
Kleine rietganzen zijn in november en december 2017 bijna
dagelijks geteld, nadat bleek dat er veel meer zaten dan normaal. Op 24 oktober
werden de eerste 2 kleine rietganzen opgemerkt en een dag later zaten er 19 op
maïsstoppel in Fochteloo. In november en in december arriveren groepjes kleine
rietganzen uit Denemarken. Op 1 november werd een recordaantal van 165 geteld.
Op 2 november zaten er 184 kleine rietganzen. Daarna vertrekken de meeste
ganzen en volgt een piek op 24 november met 206 stuks. Het aantal neemt af door
intensieve verstoring, maar er arriveren ook groepjes. Op de 26ste
wordt een groepje van 40 bij Kloosterveen in Assen ontdekt en op 29 november zitten
er 70 kleine rietganzen in Appelscha.
Begin december zijn er 150 kleine rietganzen. Het aantal neemt
in de eerste week van december af door verstoring. Het zoekgebied is daarna iets
verruimd, omdat ganzen na verstoring vaak verder van de slaapplaats af gaan zitten.
Op 6 december werden 286 kleine rietganzen geteld en op 7 december 375.
De grootste groep bestond uit 260 van deze pareltjes op 7
december in Bakkeveen. Op 10 december zijn er in totaal 432 geteld. Ondanks een
dikke laag sneeuw op 10-12 december bleven de meeste ganzen aanwezig. De
temperatuur lag overdag rond het vriespunt, dus oogstresten van maïs blijven bereikbaar.
Op 16 december werden 315 kleine rietganzen geteld. Een deel van deze groep bevond
zich in slecht bereikbaar gebied tussen Haulerwijk en Waskemeer en waarschijnlijk
zaten er meer ganzen. Op 19 december waren er minstens 491 op de pleisterplaats
aanwezig (figuur 2). Opmerkelijk is dat grote groepen kleine rietganzen in ZO
Friesland volledig worden gemist, ondanks de vele vogelaars die hier rondrijden.
Op waarneming.nl worden ze nauwelijks gemeld.
Figuur 2. Kleine
rietganzen, maximum per week in november en december 2017 op de pleisterplaats Fochteloërveen
Een groep kleine
rietganzen, samen met oostelijke toendrarietganzen op 6 december 2017 nabij
Bakkeveen
Kleine rietgans met
witte halsband AA8 op 11 december 2017 in Een, Drenthe
Ganzen met witte of
blauwe halsband
In november en december 2017 zijn de ganzen meerdere malen
per week geteld en zijn in totaal 13.915 kleine rietgansdagen vastgesteld. Als
er grote aantalschommelingen waren binnen een week, dan is de week in tweeën
gesplitst om het aantal kleine rietgansdagen zo nauwkeurig mogelijk te bepalen
(figuur 2). Van 1 november tot 31 december zijn er 16 verschillende halsbanden
70 keer afgelezen. De waarnemingen zijn ingevoerd op de website www.geese.org. Hierop staat de historie van
elke gans met een halsband.
Kleine rietganzen bleven 1-32 dagen op de pleisterplaats
Fochteloërveen. Tot de eerste decade van december zijn steeds nieuwe halsbanden
gezien, maar vervolgens werden in december alleen nog oude bekende afgelezen.
De trek kwam tot stilstand en de kleine rietganzen die er zaten, bleven in het
gebied aanwezig in december. De gemiddelde verblijfsduur van ganzen met een halsband
was 12,1 dagen. Dit zou betekenen dat circa 1.154 kleine rietganzen op de
pleisterplaats Fochteloërveen zijn geweest om bij te tanken.
Vier kleine rietganzen die in de eerste helft van november in
het Fochteloërveen zaten, vlogen door naar Zuidwest Friesland en bleven daar in
november en december. Eén vloog door naar België en is daarna in ZW Friesland
gezien. Twee kleine rietganzen die in de tweede helft van november werden
afgelezen in het Fochteloërveen, vlogen naar België. Vier kleine rietganzen die
in de eerste helft van de december voor het eerst zijn afgelezen op de
pleisterplaats Fochteloërveen, blijven in ZO Friesland in december. Van de
laatste twee kleine rietganzen met halsband die op 18 en 20 december zijn
afgelezen, bleef één in ZO Friesland in december.
Kleine rietganzen op
oogstresten van aardappel in 2011
Paartje met 1 jong (mannetje
witte halsband EC6) Haulerwijk, 29 december 2017
Bronnen
Feenstra, H. 2008. Het
fietspad Syp Set en Kleine rietganzen. Bureau Vogelinventarisatie “De
Kraanvogel”. Fochteloo.
Feenstra & Kuipers,
2012. 'Wat je met rust laat, kan groeien - Het Fochteloërveen'.
|