Het aantal kraanvogels in het Fochteloërveen groeit. Voor
het 14de jaar op rij broeden ze in dit unieke gebied. In 2014 is
het aantal paren toegenomen tot negen. Zeven paar bouwen een nest en zes
broeden succesvol. Er zijn waarschijnlijk acht kuikens geboren, waarvan één op
de geboortedag is gestorven. In totaal zijn er ca. 44 kraanvogels in het
wetland.
Nieuw paar is bezig met schijnparing
waarbij het vrouwtje rechtop blijft staan terwijl ze wordt benaderd door
manlief. Dit gedrag is bedoeld om de binding tussen de partners te versterken. Maart
2014
Populatie en
concurrentie groeit
De toename van het aantal paren in het veengebied loopt parallel
aan de vernatting. Afgelopen winter is het water opgezet in het Fochteloërveld,
in delen van het Fochteloërveen en the Dutch Crane Resort. Het water staat dit
voorjaar in een flink deel van het veen hoger dan voorheen. Het heeft geresulteerd
in nieuw broedgebied en meer paren.
Naast de zeven broedparen zijn er twee territoriumparen en
een solitaire man in het gebied. Broedparen onderling zitten elkaar dwars en
landjepik is aan de orde van de dag. Er is nog een groep van 17 kraanvogels
aanwezig, die geregeld uiteen valt in kleine groepjes en omzwervingen maakt.
Deze groepjes zorgen voor onrust op de broedplaats. Solitaire mannen verleiden
vrouwtjes van broedparen, nieuwe paren laten duetten horen en proberen een
plekje te verwerven. Gevestigde paren reageren erop als grenzen worden
overschreden. Ze verlaten dan het nest om de indringers te verjagen met duetten
en als het nodig is komt het tot trappen en vechten. Door deze concurrentie
wordt het risico op predatie van eieren door kraai of raaf vergroot.
 Hangjongeren in het Fochteloërveen,
april 2014. Hier leren pubers elkaar kennen en vormen zich paren.
 Groepje vrijgezellen op gemaaid
grasland. Mei 2014
Negen paren
De bijna verdubbeling van het aantal broedparen is opmerkelijk.
Op twee plaatsen is in het voorjaar dagenlang onrust en geroep. Daar zitten de nieuwe
broedparen. Eén paar heeft een plek gevonden tussen bestaande territoria in.
Het tweede paar heeft een ‘bestaand’ paar verjaagd en de helft van hun gebied overgenomen.
Weer een ander paar is afgelopen winter/voorjaar uit elkaar gegaan. Een indringer
zit daar al sinds het voorjaar van 2013 onrust te stoken en uiteindelijk gaat het
vrouwtje er met het mannetje vandoor. Het mannetje dat overblijft, is niet lang
alleen en in het voorjaar zelfs weer even met zijn ex. Hij blijft de broedplaats
trouw.
 Kempkranen? Er zijn
geregeld gevechten tussen mannen kraanvogels, zoals hier in Veenhuizen, voorjaar
2014. Op deze plek is het “oude” paar verjaagd en de plek ingenomen door een
nieuw paar.
De indringer en het vrouwtje verwerven een eigen territorium
door een gevestigd paar te verjagen. Het verjaagde paar verdwijnt van de radar.
Vermoeden is dat deze twee zich ook hebben gevestigd tussen bestaande
territoria in, maar dat moet nog worden bevestigd. De kraanvogels zijn
individueel herkenbaar, maar het wordt lastiger nu er meer komen die op elkaar
lijken. Doordat ze niet geringd zijn,
verkrijg je deze informatie alleen met intensief observeren. Daarbij helpen de aanvullingen
van de kraanvogelwachters in de toren, waarover straks meer.
De eerste broedparen zitten in maart op eieren, drie weken
eerder dan in het koude voorjaar van 2013. Rond Pasen kruipen de eerste kuikens
uit het ei. Twee paar verliezen het legsel en nalegsel. Bij één paar gebeurt
dit net voor de uitkomst van het eerste legsel en net na de uitkomst van het
nalegsel, omdat een vos met welpen zich vlakbij het nest vestigt. De
overgebleven vijf paar hebben kuiken(s) van 5 tot 9 weken oud. als ze allemaal
nog leven.
Kraanvogels kijken,
prachtig! Maar wel op veilige afstand
Grote, rustige natuurgebieden met kleddernatte broedplaatsen
zijn het leefgebied van kraanvogels. Rust op de broedplaats wordt onderschat in
ons dichtbevolkte landje. In veel natuurgebieden is onvoldoende rust en wint
recreatie terrein, ten koste van kwetsbare broedvogels. Zelfs in het
Fochteloërveen wordt de sterke toename van recreatie een bron van zorg.
Opvallend is dat legsels vaak mislukken op zondag, de drukste dag van de week.
Door met uitkijktorens te werken, kan het publiek de
charismatische vogel op veilige afstand volgen. Broedende kraanvogels gaan van
het nest als andere kraanvogels of een vos te dicht bij komen, maar ook als ze
mensen zien. Bij mensen geldt in open gebied een verstoringafstand van honderden
meters. Zodra ouders van het nest gaan, blijven eieren onbewaakt achter. In de
periode met kleine jongen geldt dezelfde verstoringafstand, maar gaan ouders
met jongen in dekking.
Als er constant rust is in een terrein, wordt de
verstoringsafstand kleiner. Kleine kuikens moeten een groot deel van de dag
eten om uit te groeien tot een 1,20 meter grote vogel. Als ze een maand oud
zijn, kunnen ze aardig uit de voeten. Het duurt echter tien weken voordat ze
kunnen vliegen. Paden door geschikt foerageergebied zijn een crime, omdat door verstoring ouders en
kuikens van elkaar gescheiden kunnen worden, wat de kans op predatie vergroot.
 Zo moet het zijn! Familie met 5 weken
oude jongen rustig foeragerend op grasland. Mei 2014
Kraanvogelwachters
Het hele jaar door worden kraanvogels in het Fochteloërveen gevolgd.
De broedparen worden in kaart gebracht in opdracht van de Vereniging Natuurmonumenten.
In de broedtijd staan kraanvogelwachters in de grote uitkijktoren. Deze liefhebbers
zijn gefascineerd door de grote vogel en het natuurgebied. In 2014 krijg ik
geregeld nuttige aanvullingen op mijn eigen waarnemingen. In het broedseizoen hangen
camera’s in het veen en wordt het toezicht verscherpt. Daarnaast wordt ’s onregelmatig
ochtends en ’s avonds gepost vanuit bomen.
 Direct onder de staart van het
vrouwtje rechts loopt een kuiken van enkele dagen oud. Na drie uur posten vanuit
een dichte grove den ontdekt. April 2014
 Nieuw broedpaar in dichte vegetatie
van pitrus. Mei 2014
Landelijke
ontwikkeling
Na de vestiging in het Fochteloërveen in 1999 en het eerste
broedgeval in 2001 zijn geschikte broedgebieden in Noord-Nederland verkend door
kraanvogels. Nu, 15 jaar later, bezoeken kraanvogels in heel Nederland potentieel
geschikte gebieden: van Noord-Holland tot Zeeland en van Limburg tot Groningen.
Dit is de proef op de som: nu zal blijken waar beheer wordt
uitgevoerd dat voldoet aan de eisen van de kraanvogel. Tot nu toe beperkt zich
dat tot het Fochteloërveen, het Dwingelderveld en de Engbertsdijksvenen. Alleen
in het Fochteloërveen broeden jaarlijks meerdere paren en groeit de populatie. In
het Dwingelderveld zit al jaren een paar en de laatste jaren wordt er succesvol
gebroed. In de Engbertsdijksvenen is het wachten op het eerste succesvolle
broedgeval. Er zit al jaren een paar kraanvogels, maar het broedsucces blijft uit.
Zodra er een brede bufferzone komt en het water verder wordt opgezet, komt er
meer rust en is er ruimte voor een of meerdere paren.
|